Nieuwe eerste keren
15-08-2018
Trail des Fantômes
Twee dagen voor de Trail des Fantômes krijg ik nog een ingeving: Overnachten in La Roche in plaats van een vertrek om 03.00 uur van huis. Ondertussen zijn dit soort ‘ingevingen’ tot een soort specialisme van me geworden, gevolgd door een ‘last minute change of plans’.
Er blijkt plek te zijn in het hotel en voor de viervoeters krijg ik het met wat creativiteit ook op tijd geregeld. Als het klopt, klopt het. Een nieuw plan voor het volgende avontuur en dat voelt goed.
Alsof ik voor het eerst buiten was, liep ik een paar weken terug sinds lange tijd weer in de Ardennen – in Houffalize – met bij ieder uitzicht een “ooohhhh” en “aaaaahhhhh moet je dit zien”. “Hier kunnen ook paarden staan en kijk dat staat te koop.” M’n maatje vraagt zich hardop af “hoezo paarden….” en hoort het allemaal maar aan, of niet, dat kan ook. Geen idee eigenlijk, denk ik nu.
La Roche
Twee keer eerder was ik in La Roche voor deze trail. De eerste keer kon ik zelf niet lopen in verband met een blessure en de tweede keer in 2011 liep ik met Anneke. Ik weet zelfs nog delen van onze gesprekken en de meest fantastische uitspraak na een flinke en pijnlijke uitglijder aan de oever van de Ourthe: “10 seconden voor jezelf en we gaan weer verder”. Deze uitspraak, die eigenlijk meer weg heeft van een opdracht, komt nog vaak van pas. En ook tijdens deze editie komt Anneke weer een paar keer voorbij…
Onderweg
Let’s go.. we zijn gestart. Ik voel me super en ben blij om eindelijk van start te gaan. Maandag was ik er al klaar voor. De losse uurtjes training van afgelopen week kon ik met moeite zo kort in de tijd houden. Het betekent nu wel dat ik uitgerust van start ga. Ik ben gretig. Te gretig zelfs als ik zie dat de mensen om me heen (heuvel op) gaan wandelen en ik merk dat ik nog steeds aan het hardlopen ben. De uren op de Ugchelse berg zijn niet voor niets geweest, maar toch maar even een versnelling terug. Tot ongeveer 10 kilometer is het wat stijgen, wat dalen, soms de handjes er bij, maar het is allemaal prima te doen.
Ravage
Ik loop met wat meiden op die vooral de afdelingen erg spannend vinden. De britse meiden die vaker geparkeerd staan, dan vooruit bewegen, probeer ik wat te helpen. Omdat ik zelf van boom naar boom (= houvast) schuifel, wil ik hen ook op dat idee brengen: “Pretend the tree is your new boyfriend”…. “Really … is that how you…… “. Oeps, ze vatten het op als begin van een gesprek. Dat was niet de bedoeling. Ik hoor dat ze daar wel met elkaar in blijven hangen terwijl ze nog geen meter zijn opgeschoten. Ik ga door en laat deze meiden los. Ze zijn samen dus dat komt vast goed (later blijkt dat ze zijn uitgestapt, dus dat laatste toch niet helemaal).
De volgende uren loop ik alleen. Alleen met m’n gedachten, zelf bedenken hoe ik stijg en daal en hoe ik de keien langs de oever me niet van de wijs laat brengen. De pijlen van de (aanbevolen) route doemen steeds weer op en dat geeft vertrouwen.
Ik zie dat ik al 4 uur onderweg ben en pas 23 kilometer op de teller heb staan. Dat wordt een lange dag. Er komen me verschillende groepjes tegemoet. Het blijkt een ravage in het deelnemersveld. De groepjes met wie ik heb opgelopen, lopen stuk voor stuk terug naar de ‘bewoonde wereld’ voor een definitieve DNF. Met sommige lopers blijf ik even praten over hoe en wat. Ik ben wat verbaasd omdat ik een aantal van hen ken van eerder behaalde prestaties. De tijdsindicatie en ‘hoe moet dat dan verder’ blijkt zwaar te wegen.
Mentaal ga ik goed. Ik heb het prima naar me zin met mezelf. Het enige dat ik niet begrijp is dat ik wat voeding betreft niet uit kom. Komt het doordat ik de reepjes goed kan verdragen? Dat is namelijk ook wel eens anders. Heb ik me verkeken op de tijd? Of heb ik staan slapen bij het inpakken? Het reservepakketje dat ik nog bij me heb, kan ik bij de verzorgingspost op 33 kilometer gebruiken en verder kan ik daar flink inslaan. Geen alarm, maar wel verbazing.
Reuring
Rond de 30 kilometer komen de lopers van de 70 kilometer op het parcours. Dat geeft weer wat reuring. De franstaligen zijn aan het zingen en daar vinden de nederlandse jongens wat van. Je zingt namelijk alleen ‘als je bang bent’… en ach ach ach, ik ben weer in een nieuw meidengroepje terecht gekomen.
Met de jongens die ik ken, wissel ik wat ervaringen uit: Het technische parcours, vinden we het nog leuk etc. “Ik vind het wel tegenvallen in de tijd”, noem ik nog. Ik doelde daarmee op mijn misrekening in de voeding, maar omdat het direct met een “wat had je dan gedacht” wordt afgekapt – ik weet wie het zegt - , laat ik dat maar zitten. Want ‘als je wat anders bedoelt, moet je dat ook zeggen’. Dat laatste hoef ik dus niet af te wachten… scheelt weer. Ondertussen worden er nieuwe ideeën in de afdalingen uitgeprobeerd. Ik kan makkelijk meekomen en zie de lol er wel van in. ‘Niet handig’ zegt het stukje verstand dat nog actief is, dus terug in het gareel met mezelf.
33 kilometer. We komen met dit groepje bij de verzorgingspost aan. De een steekt een sigaretje op (ja echt!), de ander belt met zijn partner (dat vermoed ik want met wie ga je anders na 50 kilometer ruzie maken aan de telefoon), anderen ploffen even neer of verzamelen de spullen van de dropbag.
Ik zorg dat ik mijn reservepakketje voeding naar binnen krijg, gecombineerd met watermeloen en chips. Omdat cake en chips niet handig is in m’n zakken, schrans ik de Balisto repen mee zoveel als dat ik er weg kan stoppen. OrganisatieWim praat me nog even bij en heeft veel lol bij de uitleg van het volgende deel van het parcours dat ons te wachten staat. Door begroeiing of juist geen begroeiing zijn er grote delen van het parcours aangepast. Ik heb er nog steeds zin in!
Terug op het parcours
Terug op het parcours. En eindelijk kan er na 33 kilometer wat kilometers worden hardgelopen. Natuurlijk, de verrassingen van Wim dienen zich aan. Ik snap ook zijn lol als ik her en der nog wat mensen geparkeerd zie staan. Dat heeft hij goed voorzien. Deze editie zal niet snel worden vergeten.
Bij de 40 kilometer komen ook de kortere afstanden weer op het traject en met een gezellige drukte aan gejammer en geklaag om me heen, tref ik nog wat bekenden van eerder die dag op wie ik toch weer ben ingelopen. “Ja, en dan moet je straks nog 6 uur”, zegt een van de lopers die van mijn plannen weet. Een beter vooruitzicht kun je me eigenlijk niet geven; over ruim een maand krijg ik die kans. Aftellen gaat makkelijk, maar met direct al heimwee: nog even en het is klaar voor vandaag.
Na nog weer een rivieroversteek en wat glijpartijen op het laatste stuk, ben ik super gelukkig met deze nieuwe eerste keer op de 50 kilometer!